Op de site Kom- Kom http://www.komkom.be/ een leuk verhaal over
wielrennen met zijn moderne trainingsmethodieken en de gevolgen hiervan, hoe wielrenners er tegenwoordig
uitzien tevens ’n verwijzing/vergelijking
naar het ‘moderne’ postduiven houden.
MET DUIVENSPORT UIT
DE "OUDE" DOOS VALT AL LANG NIET MEER TE WINNEN...
Twee jaar na
de dopingstrapatsen van Lance Armstrong en consoorten hebben we eens te meer te
maken met een compleet andere wielersport. De tijd dat "motards" mee
in de slag zaten om volle drinkbussen doping tijdens de koers in het peleton
binnen te smokkelen... Dat soort cowboyverhalen durven "coureurs"
zich niet meer permitteren. En toch is er vooral de twee laatste jaren opnieuw
serieus gesleuteld aan de renners. Wie de polsslag van het peleton mag voelen,
wie af en toe de kans krijgt om efkens in het achterkamertje te kijken, weet en
ziet dat er vandaag heel nieuwe zaken spelen. Een heel andere aanpak. Gedurfd,
uitgekookt en veel meer wetenschappelijk vertellen ze ons. Er wordt alleen
opnieuw met geen enkel woord over gerept. Gasten als een Michel Wuyts, een José
De Cauwer: ze durven het er niet over te hebben. Tenzij ze dom en blind zouden
zijn? Niet dat we uit de biechtstoel willen "klappen" maar heb je al
eens goed naar de "rennerslijven" van vandaag gekeken? Er zit geen
grammetje vet meer aan coureurs. Ze zijn zo graatmager als een panlat. Daar
waar het vetgehalte twee seizoenen geleden nog zeven, acht tot negen durfde te
gaan, zitten renners nu aan vijf gram vet. Min of meer... Een coureur in zijn
bloot lijf: je schrikt je een hoedje. Het lijkt wel Biafra. Armoede en
uitgemergeld... Juist: de nieuwe aanpak. Geen enkele toprenner sleurt vandaag
geen halve kilo te veel nog mee. Lijven zijn afgetraind, alle vlees is weg.
Alleen spieren en pezen blijven nog over. Elk half kilootje dat coureurs
onderweg moeten meeslepen, is een half kilootje te veel. Wat daar verder aan
vooraf is gegaan: je wil het niet weten. Trainen, trainen en nog eens trainen.
Bij de beesten ja... Wat krijg je dan: alles was overtollig is, is weg en in
zo'n toestand wordt intussen een konditie gekweekt waar je koud van kan worden.
Een taartje, een klein pakje frieten, een patéke onderweg? Nooit ofte nooit...
Van november tot gisteren staan topcoureurs drie keer per dag thuis op de
weegschaal. Omdat enkel met een toplijf te winnen valt. Of zo'n soort brutale
aanpak (om te winnen) kadert in een mensvriendelijke sport is nog maar de
vraag. Alleen: doping is op deze manier voor het groot deel het land en het
peleton uit. Maar hoe zit het dan met de weerstand van de renners zoals dat
heet? Die is broos en flinterdun. Twee zuchtjes koude wind of één keer in de
kou met vers gewassen haren buiten naar de vuilnisemmer stappen: het kan fataal
zijn. Ziek, brochitis, valling, een beetje verkouden... Tocht thuis of een
achterdeur die efkens open staat: het kan fataal zijn. De weerstand weet je
wel! En waarom denk je nu dat wielrenners na de koers drie truiën over mekaar
aantrekken, hun pet of hun wollen muts meteen opzetten... Juist: ter
bescherming van de superconditie.
Ja, dat is
vandaag de nieuwe en brutale aanpak van coureurs... En ik durf te wedden dat
slimme (?) duivenmelkers vandaag al bezigzijn dezelfde weg uit te stippelen.
Duiven trainen als de beesten, kilometers en nog meer kilometers malen om
vervolgens langs de weg van voeding te zien dat er geen grammetje vet aan het
lijf van duiven te bespeuren valt. Inderdaad: die kant gaat het tegenwoordig in
duivenland uit. Drooggetrainde duiven, konditie als een huis. Trainen als
een lier en geen ballast meesleuren. En als duiven dan een beetje pienter en
slim zijn, valt er inderdaad te winnen. Zonder pillen en zonder
"pottekes". Juist: zonder doping... Duivenmelkers zijn vandaag al
lang geen domme mensen meer. Ze zijn een beetje dokter, een beetje dietist, ze
kennen het vet en de "magerte" van duivenvoer... Duiven die tussen
Bourges en het thuisfront honderd gram vet te veel moeten meezeulen, ze
komen aan de streep twee minuten of meer te kort. Zo werkt en gaat dat
tegenwoordig. Klaar, de wind en de ligging kunnen sport en winnen nog enigszins
een beetje in de weg zitten maar al de rest is wel uitgekookte sport.
Drooggetrainde duiven, niks vet maar wel een hoge pijngrens. Duivenliefhebbers
die straks zo'n soort verhaal in de praktijk kunnen omzetten: zij gaan winnen.
Vraag is alleen of het dan nog wel hobby is? Of plezier? Maar dat is het toch
al lang niet meer. Net als koers is duivensport vandaag moderne en uitgekookte
sport... En de echte toppers die ons straks maar weer proberen belazeren met
wat flipflap verhalen: ik zeg, geloof ze niet... Met een duif met
honderdvijftig gram overgewicht gaan ze nooit winnen. Ze gaan dat wel zeggen
maar ze liegen als een huis. Net zoals de wielersport vandaag nog een klein
beetje de waarheid probeert te verbergen.
Topsport
speelt bijna nooit open kaart. Maar neem het maar aan dat je met geen halve
duif kunt winnen waar zes pluimpjes fout liggen. Dat soort sport uit de
"oude" doos bestaat bijna niet meer. Alleen zegt niemand het open en
bloot met zoveel woorden. Met mist en twijfel proberen kampioenen nooit te
moeten zeggen hoe het echt werkt. Juist: ge moogt geen slapende honden wakker
maken. Sukkelaars moet je vooral laten sukkelen. (14-4-2014)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten