zaterdag 7 februari 2015

De jeugd heeft de..............


Vorige week zondag heb ik genoten van het wereldkampioenschap veldrijden. Magistraal gewonnen door Mathieu van der Poel, net 20 jaar oud en ja zoon van Adri, zelf ook wereldkampioen. Op plek 2 en 3 ook twee jonge gasten. Het podium bij de senioren was zelfs jonger dan bij de junioren! De ‘oude’ gevestigde orde werd op minuten achterstand gereden, wat zal daar de reden van zijn? Klasse, talent, jeugd, onverschrokkenheid. Bij andere sporten zie je zo’n enorme ‘coupe’ niet snel gebeuren. In de duivensport echter zie je dat onze jaarlingen ook concoursen kunnen overheersen en het geeft ook in onze sport aan dat de jeugd de toekomst heeft. Wat goed is komt snel en natuurlijk zijn er straks ook wel concoursen dat de twee en drie jarigen voor vuurwerk (kunnen)zorgen, zeker wanneer ervaring wordt vereist. Een goed uitgebalanceerde ploeg duiven is dus van groot belang en dat de jaarlingen dan voor grote verrassingen kunnen zorgen is algemeen bekend.

Bij mijn duivinnen is de verhouding 40 % oud en 60% jaarling, bij de doffers 30% oud en 70% jaarling. Voor de dagfond is de ploeg mij eigenlijk iets te jong want op het laatste moment heb ik 2 oude duivinnen alsnog op de kweek gezet en hierdoor veranderde de verhouding, bij de doffers waren de prestaties gewoon niet goed genoeg en mag de nieuwe generatie laten zien wat ze waard zijn.

Deze vrij jonge ploeg heb ik afgelopen zondag gekoppeld en dat is bijzonder goed gelukt en daar wil ik meezeggen dat alle koppels direct aanliepen, dus geen vechtpartijen, stukkende koppen of dat ze elkaar ’n paar dagen apathisch zitten aan te kijken. Het laten wennen aan de broedhokken geeft eigenlijk het meeste werk maar zal uiteindelijk ook wel lukken en wanneer onverhoopt een paar koppels (voorlopig) opgesloten moeten blijven, ook geen probleem. Wanneer de eitjes zijn gelegd worden ze toch uit elkaar gehaald en gaan de broedhokken op ‘half’ en zijn de eventuele vechtpartijen ’n stuk minder heftig en kunnen ze elkaar minder schade aanbrengen. Voorlopig dus nog wel even werk aan de winkel. Momenteel zaterdag staan alle broedhokken open, enkel wanneer ik erbij ben, zo niet gaan de broedhokken om en om open en wissel ik die 2x daags. Ik heb op het einde van het seizoen 2014 in het vlieghok ’n raam bijgeplaatst en einde jaar de opstelling van de broedhokken gewijzigd er zitten nu wel meer koppels (totaal 21) in het vlieghok (3.5x2) maar met meer licht en volop zuurstof. Broer Peter was bij mij op bezoek en los van het feit dat hij mij ’n amateur vindt wanneer het aankomt op timmeren en verbouwen, viel het hem op dat de duiven extra alert en vol vlam waren waarschijnlijk door de nieuwe opstelling en belangrijk, het klimaat voelde prima aan. één koppel heeft ’n broedhok op de vloer gekregen, de doffer van dit broedhok houdt de vloer schoon en dat heeft voor en nadelen. Een voordeel is dat de duiven sneller hun broedhok opzoeken en niet ’n hoekje op de grond proberen te vinden. De vloerveger heeft er ’n dagtaak aan, nadeel is dat de duiven de drinkpot slecht kunnen bereiken maar dat probleem is ook weer op te lossen. Leven genoeg in de brouwerij/vlieghok.
 

Bij de kweekduiven groeien de jongen als kool en eind volgende week kunnen we de eerste alweer spenen. De afgelopen dagen was het best koud en waren de drinkbakken bevroren, het blijft verbazingwekkend hoe goed duiven tegen de koude kunnen en zeker de ‘pullen’ in de schotels. Uiteraard ontbreekt het de kweekduiven aan niets, 2x daags voer en volop, grit/roodsteen, allerhande, piksteen en regelmatig allicine over het voer. Geen schreeuwende jongen in de pan en dan weet je dat het wel goed zit.
 

Is er verder nog nieuws?

De N.P.O. vergadering is geweest en voor de Marathon mannen zijn er heldere afspraken gemaakt over het hoe, wanneer, waar en vooral hoe laat/vroeg de duiven gelost worden.

Er is een protocol lossingen aangenomen, in het kort ’n stappenplan waaraan voldaan moet worden alvorens de duiven te lossen. Alle lossingen worden geregistreerd in een logboek, tijden, omstandigheden etc. en deze gegevens worden eind seizoen geevalueerd. Het I.W.B. is uitgebreid naar 3 personen. Het voorstel om ook gebruik te maken van Zimoa werd afgewezen. ( persoonlijk vind ik dat jammer want Zimoa heeft het meer bij het rechte eind gehad dan Meteo Consult!)

Verder wat gesteggel over het begrip ‘spelend’ lid en de reglementering trainingsduiven.

Klap op de vuurpijl vind ik de beslaglegging van Pigeon Village op de 5 rekeningen die de N.P.O. heeft. Voor ’n totaal bedrag van maar liefst 800.000 euro! (de eigenaar van P.V. heeft absoluut mijn kleur niet maar het bestuurders van de N.P.O. zijn ook ’n stelletje knuppels, los het probleem gewoon op.)

 W.O.W.D. heeft een onderzoek gedaan naar de effecten van de mandenbezetting en het drinkgedrag hierop bij het transport. Een lijvig rapport met als conclusie dat de huidige hoeveelheid duiven per mand correct is en dat jonge duiven vooral verloren gaan op de korte afstanden en volgens mij bedoelen ze de eerste vluchten. Niks nieuws zou ik zeggen, het is al jaren bekend dat de verliezen van jonge duiven na zo’n 3 vluchten ‘stoppen’ of anders gezegd binnen proporties blijft. De laatste jonge duiven vluchten blijven er zelden nog jonge duiven achter. Ik begrijp wel dat de jonge duivenspelers het onbegrijpelijk vinden dat ze niet verder mogen dan 450 kilometer. Het meest interessante van het onderzoek vond ik de volgende uitkomst; Duiven kunnen tot meer dan 10% van hun lichaamsgewicht verliezen in de manden en zeker bij hoge temperaturen, het geeft aan dat drinken in de manden van groot belang is. Leren drinken is dus enorm belangrijk want ‘uitgedroogde’ duiven zullen grote moeite hebben thuis te komen. Dat drinken moet je ze dus thuis al leren en de dag van inkorven elektrolyten verstrekken lijkt mij ook ’n aanbeveling.

Ook gelezen, prima artikel van deze dierenarts.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Even tussendoor...