Op 6 januari is er overleg
geweest en is overeenstemming gekomen over het CONCEPT-vliegprogramma 2020.
Nu moeten de afdelingen het nog voorleggen aan de leden maar het voorwerk is
gedaan dus……. Ik heb er geen moeite mee, de mannen van het
korte werk krijgen 6 om 7 vluchten, kunnen daarna de ploeg aan de gang houden op
de eerste 4 jonge duivenvluchten (4x achtereen 100 km) om vervolgens de nalijn
te spelen. De Dagfond spelers behouden de 6 vluchten, het enige wat in het
programma een beetje knelt is één weekend dat er een MF en DF vlucht gelijk
staan geprogrammeerd. Korf je de MF op vrijdag in, is er geen probleem maar
beiden op donderdag inkorven vergt veel serieuze aandacht bij het inmanden maar
moet ook nog vervoer technisch mogelijk kunnen zijn. Het jonge duivenspel heeft een lange aanloop
met 4 korte vluchten, hierdoor kan je instappen wanneer het je schikt of de
duiven eraan toe zijn. De Natour staat ook weer op het programma dus extra
mogelijkheden voor de oude en jonge duiven. Ook staat er beschreven hoeveel vluchten
tellen voor de diverse disciplines, hier gaat waarschijnlijk de ‘wildgroei’ in
kampioenschappen weer beginnen wanneer afdelingen, kringen of clubs gaan
afwijken van de landelijke afspraken. Voordeel nog meer kampioenen…….
(In onze club hebben wij vrijdagavond, over de ‘problematiek’,
een vergadering belegd, zodat onze afgevaardigden op de bijzondere
ledenvergadering van de afdeling hun mening/stem kunnen geven.)
Woensdag belde een goede duivenvriend op, bij de
buren was een grote bollenschuur volledig afgebrand, helaas was het dak daar
nog bedekt met asbestplaten en stond de wind verkeerd. Hals over kop moesten
zij hun huis en bedrijfspand verlaten en dan zit een duivenmelker ook nog in
over zijn duiven. In de ochtend werd het gebied weer opengesteld en kon men de
schade opnemen. Gelukkig geen slachtoffers/gewonden maar alleen materiële
schade. Zijn duiven zijn lange tijd blootgesteld geweest aan de dikke rook met
asbest deeltjes. Hoe dat gaat aflopen en wat voor invloed dat heeft op het
komende seizoen blijft gissen. Je eigen
gezondheid gaat voor en dan komen de duiven op de 2e plek en wanneer
later blijkt dat de duiven echt schade hebben opgelopen, kan je altijd opnieuw beginnen
met jonge duiven. Hoe slecht kan het
nieuwe jaar beginnen!
Donderdag samen
met de beide Peters richting Kockengen gereden, zakjes mest en duiven mee om de
gezondheid te checken. Is er dan iets mis? Wij willen gewoon de bevestiging horen en zien
dat de duiven gezond zijn of waarom bepaalde zaken anders verlopen dan dat wij
wensen. Daarnaast is zo’n autoritje altijd gezellig, duivenpraat genoeg………...De
uitslagen waren bevredigend, een enkeling ‘licht’ het geel, zelf waren wij
ervan overtuigd dat ze schoon waren! (Meten is weten). De mestmonsters op een
enkele oöcyste (coccidiose)
na, waren in orde. Zelf had ik 4 doffers mee, waarvan drie al een beetje op
leeftijd, zij krijgen nu een hormoonkuur. De reden mag duidelijk zijn. Ik had
geen enkel wantrouwen over de gezondheid van deze 4 doffers maar toch zat het
mij niet lekker. Stephan kon mij geruststellen en gaf nog een paar tips.
Prachtig een dierenarts die zelf een topspeler is! De komende week nog een paar keer de spuit hanteren
en hopen dat ‘het’ gaat werken.
DE BONNENVERKOOP van kring 3, is afgelopen
zaterdag afgeblazen en doorgeschoven naar zaterdag 22 februari. Michel Verwey
is bereidt gevonden die dag het e.e.a. te komen vertellen over zijn Marathon
duiven. Noteer de datum in de agenda en
wilt U een bonnetje bemachtigen sla U slag.
Meer informatie volgt later…………..
Misschien is het groot of geweldig nieuws, de praktijk
zal het in 2020 uitwijzen, dus lees onderstaande zorgvuldig en doe je voordeel
ermee.
Gelezen op PIPA en in zijn geheel overgenomen, plus
vaccinatie+ schema praktijk van der Sluis. (Overgenomen uit “Neerlands Postduivenorgaan”) Lees verder
Doorbraak in de
medische begeleiding van sportduiven
Dierenarts Ruben Lanckriet schreef een grondig en gefundeerd artikel over
de medische doorbraak betreffende het Rota virus en het onlangs geregistreerde
vaccin.
Het ROTA-virus en zijn rol als primaire
oorzaak van jonge duiven ziekte.
Al jaren kennen
duivenliefhebbers het fenomeen van braken, diarree en sterven van jonge duiven.
Een alerte liefhebber ziet het dikwijls al aankomen als de jonge duiven na het
trainen plots minder goed binnenkomen, of als er één of enkele duiven niet of slechts
aarzelend naar de voederbak lopen. Dikwijls zullen deze duiven kropretentie
vertonen of in de volksmond “water in de krop” m.a.w. er ontstaat een stilstand
in de werking van het maag-darm stelsel. Dit gaat dikwijls gepaard met braken
en na een korte tijd kunnen de duiven slechte mest gaan vertonen die groen kan
kleuren. Omdat de duiven niet meer eten. Al heel snel kunnen er soms
gelige pigmenten in de urine zichtbaar worden wat op een ernstig leverprobleem
wijst. Heel dikwijls blijkt er bij lijkschouwing een ernstige leverschade te
zijn opgetreden. Een snel ingrijpen met antibiotica, anti-parasitaire middelen
tegen meestal trichomonas of hexamita en leverondersteunende producten kunnen ervoor
zorgen dat de ziekte minder ernstig verloopt of sneller de jonge duiven
afdeling verlaat. Dit duidt erop dat er dikwijls een bacteriële en/of
parasitaire component met de jonge duiven ziekte te maken kan hebben, maar toch
was dit syndroom nooit een eenduidig verhaal. In het verleden werd het adeno
virus als primaire oorzaak aangeduid door onderzoeken en autopsieresultaten uit
de jaren ’90, maar de laatste jaren wordt bij lijkschouwingen van duiven
gestorven aan dit syndroom slechts sporadisch dit virus nog aangetroffen.
Bovendien slaagde men er niet in om via een besmetting met adeno virus of
andere kandidaat-ziekteverwekkers experimenteel dezelfde symptomen te
veroorzaken bij duiven. Het werd al jaren in internationale academische kringen
vermoed dat het adeno virus de primaire oorzaak niet kon zijn of toch niet meer
indien dit vroeger wel het geval zou geweest zijn (de zogenaamde adeno type I
en type II). Daarom werd en wordt de ziekte de laatste decennia meer algemeen
als “young pigeon disease syndrome” of YPDS beschreven. Toch wordt in onze
streken de ziekte in de volksmond wel nog “adeno” genoemd door wat vroeger
dikwijls als adeno-coli syndroom werd omschreven. Naast (heel sporadisch) adeno
werd er bij lijkschouwing van dergelijke duiven soms vooral de virussen herpes
en circo aangetroffen, soms paramyxovirus; en regelmatig bacteriën als E. coli
(waarvoor de behandeling met antibiotica dan dient) en parasieten als
trichomonas of zeldzamer hexamita. Maar geen enkele van de bovenstaande
ziektekiemen werd altijd aangetroffen,
integendeel, regelmatig werd geen enkele van deze ziekteverwekkers
aangetroffen. E. coli is bovendien een normale (dikke) darm bewoner wat dus wil
zeggen dat het helemaal niets betekent als men deze bacterie in de dikke darm
terugvindt. Als deze E. colibacterie gevonden werd op een andere plaats dan de
dikke darm, deed men dikwijls de eigenaardige vaststelling dat de
bacteriestammen die aangetroffen werden bij de duiven met de ergste symptomen
weinig of geen pathogene kenmerken vertoonden als men het DNA van de bacterie
typeerde; maar dat ze wel in het duodenum (begin van de dunne darm) werden
gevonden, een plaats waar ze normaal dus niet zitten.
Dit alles duidde er volgens academici op
dat de primaire oorzaak van deze aandoening gewoonweg nog onbekend was en dat
alle bovenstaande entiteiten slechts secundaire ziekteverwekkers zijn die
profiteren van de situatie om de ziekte te verergeren of te compliceren. Daarom
gingen verdienstelijke onderzoekers en dierenartsen o.a. onder impuls van Dr.
Elisabeth Peus (Duitsland) naar andere mogelijke oorzaken op zoek.
Ondertussen was er in 2016 in Australië
een nieuwe ziekte uitgebroken met veel sterfte zowel bij oude als bij jonge
duiven. De symptomen van deze aandoening leken heel erg op wat wij in Europa al
jaren kenden, alleen met dit verschil dat er hier ook veel oude duiven
aangetast werden, iets wat wij hier niet vaststellen (in de jaren ’90 bij het
opkomen van de aandoening wel). Na veel diagnostische onderzoeken en het
uitsluiten van adeno, PMV, herpes, etc onder de verdienstelijke impuls van o.a.
dierenarts Colin Walker kon men vaststellen dat de veroorzaker van deze
“nieuwe” ziekte een nog nooit beschreven Rota virus type A bleek. Omdat de
diagnostiek in Victoria gebeurd was, werd dit virus tot het Victorian pigeon
virus omgedoopt. Door de waarschuwingen vanuit Australië besliste bijv.
het FCI om duiven vanuit Australië te weren voor de FCI one loft races, iets
dat de Million Dollar Race in Zuid-Afrika in 2017 reeds zelf beslist had. Onder
impuls van o.a. deze bevindingen gingen onderzoekers in Europa zoals viroloog
Dr. Rubbenstroth (van het Friedrich Loeffler Instituut, voorheen projectleider
aan de Universiteit van Freiburg) in de YPDS gevallen gaan screenen naar Rota virusvarianten.
De resultaten begonnen al snel duidelijk te maken dat Rota virussen -
gelijkaardig aan het Victoria virus – in alle diagnostisch materiaal afkomstig
van jonge duiven met symptomen voorkwamen én dat deze in grotere hoeveelheden
gevonden werden als de symptomen erger waren. De varianten van de virussen geleken
in bepaalde mate op het Victoria virus maar waren niet helemaal hetzelfde. Als
er dan werd gekeken in het bewaarde diagnostisch materiaal van jaren daarvoor,
kwam men tot dezelfde conclusie. In bijna alle bewaarde materiaal van de
typische jonge duiven ziekte YPDS vond men in hogere mate deze Rota virusvarianten
terug en dit tot zover men kon teruggaan nl. vanaf het jaar 2000. Wat er wel
opviel, was dat er soms om de zoveel jaar een nieuwere variant van het virus
opduikt die dan meer slachtoffers kan maken. Bovendien kon men precies dezelfde
symptomen ook experimenteel induceren door besmetting van jonge duiven met dit
virus, sluitend bewijs dat er een primaire oorzaak gevonden is! Als men dit
alles goed bekijkt, lijkt het er sterk op dat dit bovendien helemaal geen
‘nieuwe’ ziekte is zoals door verschillende media of dierenartsen logischerwijs
werd geopperd. De onderzoekers vermoeden dat dit al altijd de primaire oorzaak
van het jonge duiven ziekte syndroom geweest is, en ik deel dit vermoeden. Er
werd voorheen gewoonweg niet of niet nauwgezet naar gezocht! Dat wil ook niet
zeggen dat de complicerende ziekteverwekkers daarom moeten verwaarloosd of
genegeerd worden.
Daarom zou het best wel eens kunnen dat
het Australische virus eigenlijk oorspronkelijk een Europese origine heeft. Hoe
verklaren we dan het fenomeen van oude duiven die ziek werden en stierven in
Australië? Dit lijkt tamelijk logisch een zoveelste geval van een
ziekteverwekker die voorheen nog niet in een dierenpopulatie van Australië
aanwezig was en dus volledig gevoelige duiven kon aantasten, met als gevolg dat
ook de oude duiven ziek werden. In Europa komen de virussen in de volledige
populatie voor waardoor de oude duiven immuniteit hebben en dus niet meer
klinisch ziek worden. Toch zijn ook oude duiven hoogstwaarschijnlijk regelmatig
opnieuw eens besmet met het virus wat dan meestal subklinisch zal verlopen
zonder duidelijke symptomen. Dit werkt dan als het ware als een soort van boost
vaccinatie.
Rota virussen staan al lang bij mens en
dier bekend om heel erge maag-darm problemen te kunnen veroorzaken. Het lijkt
in retrospect dan ook niet zo onlogisch dat een dergelijk virus ook bij duiven
en vogels zo’n ziektebeeld kan geven. Vanaf eind 2017 heeft een ergere nieuwe
Rota virusvariant flink huisgehouden in onze streken met heel wat sterfte van
jonge duiven, de ergste pieken kwamen uiteraard voor vanaf maart tot juni 2018
en vorig voorjaar 2019. Telkens wordt er bij de typische symptomen (kropstase,
braken, grote leverschade bij jonge duiven) bij lijkschouwing veel Rotavirus in
de lever aangetroffen. Slechts sinds 2019 begonnen diagnostische labo’s onder
impuls van enkele dierenartsen routinetesten aan te bieden om Rota op te sporen
in organen of mest van duiven.
Het grote voordeel en voor duivenliefhebbers
belangrijkste gevolg van al deze bevindingen, is dat er relatief makkelijk
vaccinatie mogelijk is voor dit Rota virus. In 2018 en vooral vorig jaar werd
er begonnen met vaccinproducties, zowel autovaccin (vaccin alleen voor een
kolonie) als vaccins voor commercialisatie. Voor mij als praktiserend
dierenarts zijn de resultaten van deze vaccinaties nog het voornaamste bewijs
van deze doorbraak in medische begeleiding van onze sportduiven. Er is een heel
duidelijke bescherming tegen deze ziekte vastgesteld met weinig of geen sterfte
meer na enting met deze vaccins. Mijn persoonlijke indruk is dat het ongeveer
14 dagen duurt vooraleer na vaccinatie de bescherming optimaal is d.w.z. de
ziekte kan tot 2 weken na vaccinatie nog toeslaan. Maar logischerwijs hoe
langer de duiven al gevaccineerd zijn, hoe groter de kans dat de duiven niet
meer sterven, en dit geeft de praktijk ook duidelijk aan. Er is een verschil te
merken in ergheid van de ziekte als de duiven 2 dagen na de enting ziek worden
of 10 dagen na de enting. Enkele collega-dierenartsen geven bovendien aan
succes te hebben gehad met noodvaccinaties m.a.w. vaccineren tijdens de ziekte
om te trachten de ziekte sneller onder controle te hebben. Preventie is evenwel
altijd beter, me dunkt. In elk geval is het sterk aan te raden om de jonge
duiven tijdig preventief te vaccineren zeker als men de voorbije jaren veel
zieke en dode duiven gehad heeft. Op zich is er uiteraard nog niet veel
ervaring welke vaccinatieschema’s de beste bescherming zouden kunnen geven. Men
moet waarschijnlijk rekening houden enerzijds met maternale immuniteit
(antistoffen van de moeder via het ei) en anderzijds op tijd zijn om mogelijke
besmetting voor te zijn. Waarschijnlijk zou 4 weken ouderdom te jong kunnen
zijn voor efficiënte vaccinatie wegens nog te veel immuniteit via de moeder
tenzij men dan bijv. 2 of 3 keer vaccineert met enkele weken tussen. Vanaf 6-8
weken zou een ideale leeftijd kunnen zijn. Uiteraard zijn de onderzoeken
hierrond volop bezig. Raadpleeg uw dierenarts voor verder advies en hulp.
Wij wensen de vele collega’s en
onderzoekers die betrokken waren hierbij uitgebreid te bedanken voor al hun
inspanningen bij het uitvorsen en het zorgen voor wat toch als een echte
doorbraak kan genoemd worden in de medische opvolging van onze geliefde
reisduiven.
Bronnen:
Identification of a novel clade of group A
rotaviruses in fatally diseased domestic pigeons in Europe. Rubbenstroth et al
(Transbound Emerg Dis. 2019)
A novel group A rotavirus associated with
acute illness and hepatic necrosis in pigeons (Columba livia), in Australia.
McCowan et al (PLoS One. 2018)
Rotavirus A Associated with Clinical
Disease and Hepatic Necrosis in California Pigeons (Columba livia domestica).
Blakey et al (Avian Diseases 2019)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten