maandag 3 oktober 2011

prachtig mooi weer

Wat ’n prachtig najaarsweer de afgelopen week. Weldaad voor mens en dier, je ziet de duiven lekker in het zonnetje liggen en zodra ik met het bad aan kom zeulen, verdringen ze elkaar om er als eerste in te duiken. Mijn hokken/rennen kunnen en mogen nat worden en ik ben in de gelegenheid meerder keren per week het bad in het hok te zetten en elke keer maken ze er weer gretig gebruik van. De jonge garde gaat elke dag nog los, het zijn niet verduisterde jongen en de kleine rui is al grotendeels achter de rug en ze kunnen dus ook vliegen en dat doen ze ook nog graag. De oude duiven is ’n ander verhaal, kale koppen, grote gaten in de vleugels en staarten die bestaan uit nog maar 4 of 5 pennen. Deze duiven laat ik niet los tot dat het verenpak weer grotendeels is hersteld, ze vliegen toch niet en ze zijn kwetsbaar en ’n te gemakkelijke prooi voor de roofvogels. De duiven krijgen natuurlijk in deze ruitijd goed voer, waar ik altijd zo’n 25% gerst doormeng, de afgelopen jaren kregen ze altijd ‘ruim’ van deze mengeling en mocht er zelfs wat gerst blijven liggen. Dit jaar voer ik ze toch meer afgepast en hierna ’n handje grit/roodsteen en ’n handje kleinzaad. De volgende dag vliegen ze de voerbak weer aan en dat zie ik graag. Ze worden niet dik en vadsig, blijven mooi op gewicht en ik denk dat de duiven zich er een stuk prettiger bij voelen. Tarwegras sap, oreganolie en alle dagen knoflook in het water en 1x per week een  extra dosis allicine erbij. Puur natuur producten en dat doet de duiven zichtbaar goed.
Massa, wind, ligging en vluchtlijn daar geeft Martin van Zon in zijn laatste column in Het Spoor zijn visie over. De afgelopen jaren kwam dit onderwerp meerdere keren op tafel, wanneer ik Martin bezocht. Dus voor mij oud nieuws maar ik heb daar wel vaak over nagedacht, vooral als ik samen met Steef op bezoek ging bij duivenmelkers in den lande die enorm hard spelen en de duiven ons dan tegenvielen of beter gezegd, we hadden een ander verwachtingspatroon. Onderweg naar huis hadden we dan lekkere gesprekstof en als we dan weer eens bij Martin langs kwamen en vertelde waar we op bezoek waren geweest begon hij al te glimlachen om vervolgens te zeggen ‘daar moet je niet wezen mannen, ben daar ook al ’n keer geweest, ze liggen daar in de trek’. In Heemskerk lopen we ook al jaren te mopperen dat we zo weinig duiven over zien komen, zelf vind ik dat nog wel meevallen, de duiven komen niet meer echt stijf langs de kust ( behalve bij oostenwind) maar wat meer langs de A9 binnen, tenminste ik zie die duiven van mij daar vaak vandaan komen. In het centrum van Heemskerk denk je dan vaak dat ze uit de Zaan/Uitgeest komen maar dat is onzin de vluchtlijn ligt tegenwoordig gewoon ietsje anders. Door de wind? Door andere herkenningspunten? In ieder geval vliegt Heemskerk  en Uitgeest op de achtervlucht met windje mee maar zeker ook met wind tegen aan de kop!.( In beide plaatsen zitten een groot aantal fanatieke melkers, die elkaar opzwepen) In ons rayon zie je dan ook dat de kampioenschappen keurig verdeeld worden over het hele rayon. Alleen in de Afdeling zie je toch vaak dat Rayon F overheerst , massa, vluchtlijn? Daar barst het ook van de fanatiekelingen en dus goede duiven en die laatste 15 km is vaak net een nekkebreker voor onze duiven. In Heemskerk hebben we niet te mopperen en om de Afdeling tegenwoordig te splitsen in Noord en Zuid, mij best, maar misschien zouden ze beter ’n West en Oost verdeling kunnen aanhouden. In Noord-Holland hebben we meer invloed van de wind( oost en west) en zeker in sommige rayons  en in minder mate van de ‘trek’.  In ieder geval geven de columns van Martin stof tot nadenken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

The Day After