woensdag 16 april 2014


Op de site Kom- Kom  http://www.komkom.be/ een leuk verhaal over wielrennen met zijn moderne trainingsmethodieken en de gevolgen  hiervan, hoe wielrenners er tegenwoordig uitzien tevens  ’n verwijzing/vergelijking naar het ‘moderne’ postduiven houden.

MET DUIVENSPORT UIT DE "OUDE" DOOS VALT AL LANG NIET MEER TE WINNEN...

 

Twee jaar na de dopingstrapatsen van Lance Armstrong en consoorten hebben we eens te meer te maken met een compleet andere wielersport. De tijd dat "motards" mee in de slag zaten om volle drinkbussen doping tijdens de koers in het peleton binnen te smokkelen... Dat soort cowboyverhalen durven "coureurs" zich niet meer permitteren. En toch is er vooral de twee laatste jaren opnieuw serieus gesleuteld aan de renners. Wie de polsslag van het peleton mag voelen, wie af en toe de kans krijgt om efkens in het achterkamertje te kijken, weet en ziet dat er vandaag heel nieuwe zaken spelen. Een heel andere aanpak. Gedurfd, uitgekookt en veel meer wetenschappelijk vertellen ze ons. Er wordt alleen opnieuw met geen enkel woord over gerept. Gasten als een Michel Wuyts, een José De Cauwer: ze durven het er niet over te hebben. Tenzij ze dom en blind zouden zijn? Niet dat we uit de biechtstoel willen "klappen" maar heb je al eens goed naar de "rennerslijven" van vandaag gekeken? Er zit geen grammetje vet meer aan coureurs. Ze zijn zo graatmager als een panlat. Daar waar het vetgehalte twee seizoenen geleden nog zeven, acht tot negen durfde te gaan, zitten renners nu aan vijf gram vet. Min of meer... Een coureur in zijn bloot lijf: je schrikt je een hoedje. Het lijkt wel Biafra. Armoede en uitgemergeld... Juist: de nieuwe aanpak. Geen enkele toprenner sleurt vandaag geen halve kilo te veel nog mee. Lijven zijn afgetraind, alle vlees is weg. Alleen spieren en pezen blijven nog over. Elk half kilootje dat coureurs onderweg moeten meeslepen, is een half kilootje te veel. Wat daar verder aan vooraf is gegaan: je wil het niet weten. Trainen, trainen en nog eens trainen. Bij de beesten ja... Wat krijg je dan: alles was overtollig is, is weg en in zo'n toestand wordt intussen een konditie gekweekt waar je koud van kan worden. Een taartje, een klein pakje frieten, een patéke onderweg? Nooit ofte nooit... Van november tot gisteren staan topcoureurs drie keer per dag thuis op de weegschaal. Omdat enkel met een toplijf te winnen valt. Of zo'n soort brutale aanpak (om te winnen) kadert in een mensvriendelijke sport is nog maar de vraag. Alleen: doping is op deze manier voor het groot deel het land en het peleton uit. Maar hoe zit het dan met de weerstand van de renners zoals dat heet? Die is broos en flinterdun. Twee zuchtjes koude wind of één keer in de kou met vers gewassen haren buiten naar de vuilnisemmer stappen: het kan fataal zijn. Ziek, brochitis, valling, een beetje verkouden... Tocht thuis of een achterdeur die efkens open staat: het kan fataal zijn. De weerstand weet je wel! En waarom denk je nu dat wielrenners na de koers drie truiën over mekaar aantrekken, hun pet of hun wollen muts meteen opzetten... Juist: ter bescherming van de superconditie.

Ja, dat is vandaag de nieuwe en brutale aanpak van coureurs... En ik durf te wedden dat slimme (?) duivenmelkers vandaag al bezigzijn dezelfde weg uit te stippelen. Duiven trainen als de beesten, kilometers en nog meer kilometers malen om vervolgens langs de weg van voeding te zien dat er geen grammetje vet aan het lijf van duiven te bespeuren valt. Inderdaad: die kant gaat het tegenwoordig in duivenland uit. Drooggetrainde duiven, konditie als een huis. Trainen als een lier en geen ballast meesleuren. En als duiven dan een beetje pienter en slim zijn, valt er inderdaad te winnen. Zonder pillen en zonder "pottekes". Juist: zonder doping... Duivenmelkers zijn vandaag al lang geen domme mensen meer. Ze zijn een beetje dokter, een beetje dietist, ze kennen het vet en de "magerte" van duivenvoer... Duiven die tussen Bourges en het thuisfront honderd gram vet te veel moeten meezeulen, ze komen aan de streep twee minuten of meer te kort. Zo werkt en gaat dat tegenwoordig. Klaar, de wind en de ligging kunnen sport en winnen nog enigszins een beetje in de weg zitten maar al de rest is wel uitgekookte sport. Drooggetrainde duiven, niks vet maar wel een hoge pijngrens. Duivenliefhebbers die straks zo'n soort verhaal in de praktijk kunnen omzetten: zij gaan winnen. Vraag is alleen of het dan nog wel hobby is? Of plezier? Maar dat is het toch al lang niet meer. Net als koers is duivensport vandaag moderne en uitgekookte sport... En de echte toppers die ons straks maar weer proberen belazeren met wat flipflap verhalen: ik zeg, geloof ze niet... Met een duif met honderdvijftig gram overgewicht gaan ze nooit winnen. Ze gaan dat wel zeggen maar ze liegen als een huis. Net zoals de wielersport vandaag nog een klein beetje de waarheid probeert te verbergen.

Topsport speelt bijna nooit open kaart. Maar neem het maar aan dat je met geen halve duif kunt winnen waar zes pluimpjes fout liggen. Dat soort sport uit de "oude" doos bestaat bijna niet meer. Alleen zegt niemand het open en bloot met zoveel woorden. Met mist en twijfel proberen kampioenen nooit te moeten zeggen hoe het echt werkt. Juist: ge moogt geen slapende honden wakker maken. Sukkelaars moet je vooral laten sukkelen. (14-4-2014)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op naar Duffel